OPMERKING
|
Afhankelijk van het printermodel dat u gebruikt, is deze functie niet beschikbaar. Geef in dit geval het Mac OS adresboek weer en bewerk het (Contacten).
|
1.
Open [Systeemvoorkeuren] → klik op [Afdrukken en faxen], [Afdrukken en scannen] of op [Printers en scanners].
2.
Selecteer uw apparaat → klik op [Opties en toebehoren].
3.
Klik op [Onderhoud] → [Open Printerhulpprogramma] om de Canon FAX Utility te openen.
4.
Klik op [Adresboek].
Adresinformatie (kaarten) toevoegen/bewerken
1.
Klik in het venster [Adresboek] op [Voeg kaart toe].
Als u een bestaand adres bewerkt, selecteer dan de naam → klik op [Bewerk kaart].
2.
Voer de instellingen in/bewerk ze naar wens.
U moet een naam ([Eerste], [Laatste], [Bijneem] of [Bedrijf]) en faxnummer opgeven ([Fax thuis], [Fax werk] of [IP Fax]).
3.
Klik op [OK].
BELANGRIJK
|
CSV-bestanden (*.csv), uitgebreide LDIF-bestanden (*.abk) en DCM-bestanden (*.dcm) kunnen worden geïmporteerd. Alleen komma's (,) worden geaccepteerd als scheidingstekens in CSV-formaat.
Geef, wanneer u een GSV-bestand (*.gsv) leest, het dezelfde naam als het CSV-bestand (*.csv) en plaats het op voorhand in dezelfde map als het CSV-bestand.
Als u met behulp van het Canon FAX Utility een adresboek importeert naar een apparaat, selecteert u hetzelfde apparaat en gebruikt u het geëxporteerde adresboek. Mogelijk lukt het niet om correct te importeren als u een adresboek gebruikt dat geëxporteerd werd met een ander geselecteerd apparaat.
|
1.
Selecteer in het menu [Bestand] in de Canon FAX Utility [Adresboek] → [Importeer] → [Bestand] of [Adresboek van faxstuurprogramma v3.70 of eerder].
Bij het selecteren van [Bestand]: Voer stap 2 uit in het dialoogvenster [Open adresboek].
Bij het selecteren van [Adresboek van faxstuurprogramma v3.70 of eerder]: Het adresboek zal geïmporteerd worden nadat u op [OK] klikt in het weergegeven bericht.
2.
Selecteer het te importeren bestand → selecteer [Primair nummer als faxnummer thuis] of [Gebruik primair nummer als faxnummer werk] → klik [Open].
Als u importeert als groep: selecteer [Importeer het geselecteerde bestand als groep] → voer een naam in [Groepsnaam].
In stuurprogramma's van versie 3.70 en vroeger duidt "primair nummer" op het "werk-faxnummer".
Een adreslijst exporteren
1.
Selecteer in het menu [Bestand] in de [Canon FAX Utility] [Adresboek] → [Exporteren].
Het dialoogvenster [Bewaar adresboek] wordt weergegeven.
2.
Specificeer [Bewaar als], [Locatie] en [Indeling] → klik op [Bewaar].
Adresboeken kunnen worden opgeslagen als CSV-bestanden (*.csv) en uitgebreide LDIF-bestanden (*.abk). Alleen komma's (,) worden geaccepteerd als scheidingstekens in CSV-formaat.
Als er een groep informatie is, wordt het opgeslagen als een GSV-bestand (*.gsv) met dezelfde naam als een CSV-bestand of een uitgebreid LDIF-bestand.
OPMERKING
|
Opgeslagen bestanden kunnen worden geïmporteerd door faxstuurprogramma's en apparaten in Mac- en Windows-versies.
Als u een adresboek opslaat als uitgebreid LDIF-bestand, worden bestemmingen waarvoor zowel een privé-faxnummer als een werk-faxnummer is geregistreerd opgeslagen als 2 aparte bestemmingen.
Uit het stuurprogramma van versie 4.3.0 geëxporteerde adresboeken kunnen niet worden gelezen door stuurprogramma's van versie 4.2.0 of vroeger.
|